Tekenen is wat ik het meeste doe; het is de meest directe verbinding tussen hoofd/hart en hand. De beweging van tekenen leidt tot snelle schetsen en gedachtenkrabbels, die ik soms beschouw als ‘eindwerk’, maar meestal als een uitnodiging om ze uit te werken. Daarvoor maak ik gebruik van potlood, kleurpotlood, houtskool, pastelkrijt en vloeibare materialen, zoals waterverf, gouache, tempera en inkt.
INKT, een zeer direct en onuitwisbaar materiaal, is het tekenmateriaal waar ik het liefst mee werk. Vanaf 1996, het jaar waarin tekenen de hoofdactiviteit werd op mijn werkdagen in het atelier, gebruikte ik de zg. Oostindische inkt. Vanaf 2009, sinds mijn reizen naar Japan, teken ik met allerlei kwaliteiten Japanse en Chinese inkt, soms de kant en klaar vloeibare uit een flacon, soms de inktstaafjes, die ik wrijf op de inktsteen. Alle tinten zwart van inkt, van blauw- naar bruinzwart, vormen een mooi palet, waar je oog voor krijgt door veel kijken en maken.