Voor de nieuwjaarsprent 2016, de Aap, heb ik voor het eerst gesneden in massief hout. December 2015 heb ik een mooie balk Amerikaans elzenhout gekocht, het zijdezacht laten schaven en in 8 blokken laten zagen. Het was een feest om in dit hout te werken en steeds tussendoor de jaarringen aan de kopse kanten te bekijken. Pijnlijk, dat ook, want dit hout is harder dan lindenhout.
Eerder heb ik mijn houtsneden uit platen shinamultiplex van zo’n 9 mm dikte gesneden. Shinamultiplex (en niet China- zoals ik dacht toen ik de naam voor het eerst hoorde) wordt gemaakt uit hout van de Japanse lindenboom.
In 2011 ben ik begonnen houtsneden te maken voor elk nieuw jaar en de jaardieren van de Chinese tijdrekening zijn dan mijn uitgangspunt. Ik druk ze handmatig af volgens de techniek van de Japanse houtsnede (mokuhanga). Dit zijn ze:
konijn 2011
draak 2012
slang 2013
paard 2014
schaap 2015
aap 2016.
Ik ben nu op de helft van het twaalftal.
De editie van 181 nieuwjaarsprenten voor het Jaar van de Aap is vrijwel voltooid. Dit keer heb ik mijn naamstempel erop gezet, rechtsonder. Het stempel heb ik in 2010 gekregen van de echtgenoot van Soho Nakano, bij wie ik in 2010 lessen suibokuga volgde (letterlijk: ‘waterinktbeeld’, een vorm van schilderen met inkt in verschillende gradaties van verdunning). Dank aan ‘Oto-san’ voor de ferme vormen van het Chinese zegelschrift die hij zo mooi heeft gesneden.
Nieuwjaarsprent Jaar van de Aap 2016 meet 10,5 x 21 cm, is gedrukt in 3 drukgangen, volgens de techniek van de Japanse houtsnede. Gesneden uit een blok elzenhout. Ik heb op verschillende natuurlijke kleuren Japans papier gedrukt.
Na de houtwezens van 2014*, na de cirkels* en de strepen* nu weer eens een meisje van vlees en bloed.
* Links volgen nog.
Binnenkort ook meer nieuws over
In China is vanuit een ver verleden de traditie overgeleverd om materialen die je voor schrijven nodig hebt als kostbaarheden te koesteren. Ze heten: “de vier schatten (of: “vrienden” of: “juwelen”) van het studievertrek”. Het zijn: inkt, inktsteen, penseel en papier. De traditie is ontstaan in kringen van Chinese geletterden, oftewel ‘literati’, zoals ambtenaren, bestuurders, onderzoekers en filosofen. Zij schreven voor hun beroep en hielden met de benaming “de vier vrienden/schatten/juwelen” hun schrijfgerei en schrijfmaterialen in ere. In hun vrije tijd schreven de literati hun berglandschappen, stillevens en gedichten.
Schrijven gaat zo: een inktstaaf wordt op een inktsteen met water gewreven tot inkt. Het penseel wordt in de inkt gedoopt en op het papier worden schrifttekens gezet. De tekens vormen een tekst die gelezen kan worden. Met dezelfde soort penseelstreken wordt een tekening gemaakt. Qua handeling liggen tekenen en schrijven in China heel dicht bij elkaar en het schrift bestaat uit karakters; dit zijn ideogrammen die begrippen of ideeën weergeven. Daarmee beschikken de Chinezen over een systeem van duizenden kleine tekeningen.
De traditie van ‘de vier vrienden’ is door Koreaanse reizende boeddhistische monniken vanuit China naar Japan gebracht. Elk van de drie landen heeft eigen tradities ontwikkeld voor het vervaardigen en het gebruik van inkt, inktsteen, penseel en papier. Maar steeds blijven de vier vrienden herkenbaar als onderdelen van een doorgaande gezamenlijke traditie.
Vanuit een nieuwsgierigheid naar de herkomst van de zg. ‘Oostindische inkt’, waar zij al zo veel jaren mee tekent, is Nel Pak vanaf 2009 op reis gegaan door Japan om te onderzoeken waar en hoe de vier vrienden gemaakt en gebruikt worden. In 2010 bezocht zij de inktfabriek Boku Undo in Nara en volgde zij lessen suibokuga (= letterlijk ‘water inkt beeld’) bij inktschilder Soho Nakano in Kawane en Shizuoka. Via haar leerde zij het absorberende dunne papier kennen dat voor dit inktschilderen gebruikelijk is. Daarna reisde zij naar de bergachtige regio Yamanashi, een van de gebieden waar inktstenen gemaakt worden. Daar is ook het Kenshoan inktstenenmuseum (Amehata Suzuri-no-Sato Kensho-an) waar zij een aantal dagen verbleef en tekeningen maakte.
In 2011 bezocht zij Kumano, een stadje dichtbij Hiroshima. Daar worden de meeste penselen gefabriceerd, voor de Japanse binnenlandse markt en de export. Er worden ook prachtige make up penselen gemaakt. Pak maakte kennis met enkele penselenmakers, o.a. Aratani-san, van wie zij veel leerde over hoe Japanse penselen worden gemaakt. In 2014 keerde zij terug naar Kumano en vierde samen met de penselenmakers het fude no matsuri (het penselenfestival).
Het papier kwam aan bod in 2010 en in 2014. In dat laatste jaar maakte zij kennis met de familie Kubota, die in de plaats Misumi dichtbij Hamada in het zuidelijke deel van Shimane handmatig papier fabriceert. Samen met andere leden van de coöperatie Sekishu Washi maken zij handgeschept papier voor kunstdrukwerk, kantoor en certificaten en voor kalligrafie, tekenen, schilderen, boekbindwerk en andere handvaardigheid. Een geschenk om in het Sekishu Washi Center op bezoek te kunnen zijn.
Aan de studie van de verschillende soorten Japans papier kun je een heel leven besteden, maar dat geldt voor elk van de vier vrienden van het studievertrek.
In het onderzoek volgt Nel Pak de traditie terug naar de oorsprong: van Japan via Korea naar China. Samen met Steffen Maas, grafisch ontwerper in Rotterdam, bereidt zij een driedelige publicatie voor over haar avonturen met de vier vrienden in Japan, Korea en China en de manier waarop deze haar ‘westerse’ tekenpraktijk veranderen. Met tekst, praktische gegevens, tekeningen en foto’s, mooi gedrukt, speels vormgegeven, voorzien van een fraaie band, wordt elk van de de drie delen een liefhebbersobject. Deel 1 over Japan zal verschijnen in 2019.
Je wordt dan op de mailinglijst gezet, ontvangt spoedig nadere informatie en wij houden je op de hoogte van de voortgang.